Depressie is niet altijd zichtbaar aan de buitenkant. Vaak openbaart het zich niet door grote daden, maar door kleine signalen. Eén van die signalen zit verstopt in taalgebruik. De manier waarop iemand spreekt of schrijft, kan veel onthullen over de innerlijke wereld. Psychologen en onderzoekers hebben ontdekt dat bepaalde woorden en uitdrukkingen opvallend vaak terugkomen bij mensen die lijden aan depressie. Hier zijn de 7 woorden of woordsoorten die je alert kunnen maken.
1. Voornaamwoorden: « ik, ik, ik »
Mensen met depressieve gevoelens hebben vaak de neiging zich sterk op zichzelf te richten. Niet vanuit egoïsme, maar vanuit een gevoel van isolatie en piekeren. Hun taal draait vaak om hun eigen ervaringen en emoties, omdat hun blikveld vernauwt naar hun innerlijke wereld. Het klinkt alsof ze de hoofdrol spelen in een film waarin niemand anders meer in beeld komt.
2. Woorden van spijt: « had ik maar », « als ik maar »
Deze uitdrukkingen duiden op een voortdurende focus op het verleden. Ze draaien in cirkels rond gemiste kansen of vermeende fouten. Dit versterkt schuldgevoelens en belemmert vooruitgang. Spijt is voor velen een vicieuze cirkel die het lijden vergroot.
