Maar mijn handen trilden terwijl ik het vasthield, het geritsel van het papier joeg me een golf van onzekerheid door het hoofd. Misschien overdreef ik wel. Misschien zat er wel iets in dat alles zou verklaren. Misschien had opa me toch iets belangrijks nagelaten.
Ik opende het langzaam.
Binnenin zat een eersteklas vliegticket naar Monaco, geldig voor volgende week. Mijn hart maakte een sprongetje. Monaco? Mijn grootvader had er zo vaak over gesproken. Het was een plek die hij koesterde, een plek die stond voor luxe en elegantie, een plek waar mensen zoals hij – zij die imperiums hadden opgebouwd – naartoe gingen om plezier te maken.
Er stond slechts één zin geschreven in het trillende handschrift van mijn grootvader:
« De stichting treedt in werking op je 26e verjaardag, mijn liefste. Het is tijd om op te eisen wat altijd al van jou is geweest. »
Ik verstijfde. Een trust? Welke trust? Ik had nog nooit van een trust gehoord.
Maar dat was niet alles wat er in de envelop zat. Het volgende item was een elegant visitekaartje met scherpe, gouden letters. Daarop stond:
Prins Alexander van Monaco, privésecretaris.
Ik draaide het om. Op de achterkant stond nog een briefje in opa’s handschrift: Hij beheert je trust.
Het laatste document was een bankafschrift van Credit Suisse. Het was geadresseerd aan April R. Thompson Trust. Het saldo – tja, het duurde een paar seconden voordat ik het volledig begreep.
Driehonderdzevenenveertig miljoen dollar.
Ik staarde naar de cijfers, mijn gedachten probeerden ze te bevatten. Driehonderdzevenenveertig miljoen? Het was geen vergissing. Het was echt. Ik knipperde met mijn ogen en probeerde het te begrijpen. Hoe had opa dit al die jaren voor me verborgen kunnen houden? Waarom had hij gewacht tot nu om het me te vertellen?