De rechtszaal was doodstil. Geen enkel geluid doorbrak de stilte, alleen de zware stem van de rechter was te horen terwijl hij het vonnis voorlas.

— Voormalige Alex Miller wordt schuldig bevonden aan het aangenomen van steekpenningen en misbruik van zijn ambt… Heeft u nog iets te zeggen, officier?
Alex stond met een gebogen hoofd, zijn vuisten zo strak gebald dat zijn knokkels wit uitsloegen. Hij luisterde niet naar het vonnis — elk woord voelde als een dolksteek.
— Ik smeek u… — bracht hij hees uit. — Laat mij afscheid nemen van Rex. Hij… hij is alles wat ik nog heb. Ik heb geen familie meer.
Er ging een gemompel door de zaal. De rechter voorkant en wierp een blik op de aanklager. Die verstandige zelfs en knikte toen. Na een minuut ging de deur op een kier en kwam Rex binnen — een Duitse herder met ogen waarin meer menselijkheid te lezen was dan bij veel mensen. Hij liep systematisch, ook hij vond hetzelfde dat dit geen gewone dag was.
Alex viel op zijn knieën en spreidde zijn armen. Rex render op hem af, luid jankend. De man sloeg zijn armen om de hond en zijn voorhoofd tegen dat van hem.

— Vergeef me, Rex… Vergeef me dat ik je in de steek liet… Vergeef me dat ik mijn onschuld niet kon bewijzen…
Tranenstroomden over zijn wangen. Rex gromde langzaam, ook hij protesteerde, en ineens — rukte hij zich los uit Alex’ armen.
En toen gebeurde er iets totaal onverwachts