‘Waar is de Mercedes die je gekregen hebt?’ vroeg mijn vader.
Voordat ik ook maar kon antwoorden, glimlachte mijn man en zei op een ontspannen toon:
« Oh, mijn moeder rijdt er nu in. »
Mijn vader verstijfde. En wat hij vervolgens deed, maakte me trotser dan ooit.
De late middagzon baadde in de vredige wijk Riverbend Shore toen Marina Feldon uit de taxi stapte en gedachteloos de zoom van haar jas gladstreek. De rit was lang geweest, maar veel korter dan de stroom gedachten die sinds vanochtend door haar hoofd spookten.
Ze had haar woorden geoefend, op de vragen geanticipeerd en kalme, weloverwogen antwoorden voorbereid. Maar bij het zien van het ouderlijk huis dat voor haar stond – vertrouwd, onveranderd – verdween alles wat ze had geoefend als sneeuw voor de zon.
De deur ging open nog voordat ze de oprit bereikte.
Zijn vader, Gerald Feldon, verscheen, zijn gezicht eerst oplichtend van verbazing, maar al snel gevolgd door onbegrip toen hij de taxi zag wegrijden.
« Marina! » riep hij uit. « Waarom ben je met de taxi gekomen? Waar is de Mercedes die je moeder en ik je voor je verjaardag hebben gegeven? »
De vraag trof haar harder dan ze had verwacht. Ze opende haar mond om te antwoorden, maar haar man was haar voor.
Jared Whitlock stapte naar voren met zijn kenmerkende, stille zelfvertrouwen. Hij sprak alsof hij de situatie al lang als beslecht beschouwde.
« De auto staat nu bij mijn moeder thuis in de stad, » zei hij met een vriendelijke glimlach. « Ze had een betrouwbare auto nodig en Marina stond erop om hem aan haar te geven. »
De woorden vielen zwaar.
Gerald staarde Jared zwijgend aan. Het was geen regelrechte woede, maar ook geen goedkeuring. Eerder de blik van een man die begreep wat hij zojuist had gehoord, elk detail afwegend.
Katherine Feldon verscheen in de deuropening, met een vaatdoek in haar hand. Haar vriendelijke gezicht vertrok toen ze het begreep.
‘Je hebt je auto weggegeven…’ mompelde ze ongelovig.
Marina voelde de hitte naar haar wangen stijgen. Ze had nooit gewild dat het er zo uit zou zien, en al helemaal niet in het bijzijn van iedereen.
Ze zette een stap naar voren.
« Ik wilde gewoon iemand helpen die het zelf nooit had durven vragen, » zei ze zachtjes. « Jareds moeder maakt een moeilijke tijd door. De reparaties aan haar oude auto waren te duur. »
Gerald keek haar lange tijd aan. Zijn zilveren wenkbrauwen fronsten. Hij keek weg, naar de straat, alsof hij op zoek was naar een antwoord dat niemand hem kon geven.
De stilte wordt steeds zwaarder.
« Prima, » zei hij uiteindelijk. « Kom maar binnen, jullie beiden.