Een vriendelijk gebaar wordt verdacht
Jake probeerde het moment te verlichten en glimlachte. « Laten we in ieder geval een zak tomaten kopen. Ze zien er fris uit. »
Haar ogen werden groot. « Niet nodig, lieverd. Ik heb het druk vandaag. »
« Druk? » Vroeg Jake, terwijl hij om zich heen keek. « Er is hier niemand. »
« Ze kwamen eerder, » zei ze snel. « Je moet ze gemist hebben. »
Toen Jake naar de kist reikte, kromp ze ineen. ‘Alsjeblieft,’ zei ze met trillende stem, ‘laat die dan voor anderen.’
Dat was het moment dat er iets niet klopte. Haar blik bleef naar de hoek van de straat schieten – alsof ze iemand verwachtte of bang was om bekeken te worden.
Jake tilde voorzichtig een tomaat op. Het zag er perfect uit – misschien te perfect. Hij draaide het in zijn hand. Het voelde vreemd licht aan, niet het stevige gewicht van echte producten. Bij de stengel zag hij een vage naad, bijna onzichtbaar tenzij je goed keek.
Hij drukte zachtjes – en hoorde een zacht gekreuk, als plastic in plastic.
Zijn uitdrukking verhardde. ‘Sergeant,’ zei hij zachtjes.