De rit in de ambulance en de steriele, tikkende uren in het ziekenhuis waren een waas van angst en schuldgevoel. Hoe had ik de diepte van haar wanhoop na de dood van mijn grootvader over het hoofd gezien? Ik had haar stilte gezien als een aanpassing, niet als een hulpkreet die door waardigheid werd gedempt. De update van de dokter bracht opluchting, gevolgd door een hardere waarheid: haar herstel had emotionele steun nodig, niet alleen medische zorg. De volgende ochtend was de aanblik van haar in een ziekenhuisbed schokkend. Maar toen Coco werd binnengebracht en zich meteen tegen haar aan nestelde, daalde er een zichtbare kalmte over haar neer. Ze verontschuldigde zich dat ze tot last was geweest, en op dat rauwe moment viel de schijn weg. We spraken over de isolerende last van verdriet, over het gevoel een last te zijn, over de pure eenzaamheid die kan bestaan in een kamer vol liefde.