Haar moeder knikte, maar haar gezicht was lijkbleek. « Ja. Al twintig jaar. »
Twintig jaar. Dat was langer dan zij leefde. Langzaam liep ze naar de muur, haar hart bonkend in haar borstkas. Met trillende vingers raakte ze de lijst aan, en een vreemd gevoel van déjà vu overspoelde haar.
Waarom voelde dit zo bekend?
« Misschien tocht het ergens, » mompelde haar moeder, haastig. Maar de ramen waren dicht, en de deur was niet bewogen.
Haar blik gleed naar de onderkant van de lijst. Er zat een klein scheurtje in de muur, net achter de lijst. Ze kantelde het portret iets verder, en haar adem stokte.
Er zat een opening.
« Kijk, » fluisterde ze.
Haar moeder kwam dichterbij, haar ademhaling gejaagd. « Wat…? »
Voorzichtig trok ze aan de lijst, en die kwam los. Een kleine holte werd zichtbaar, net groot genoeg voor een dunne envelop. Haar vingers trilden terwijl ze hem eruit haalde.
De envelop was vergeeld, oud, maar haar naam stond erop geschreven.
« Hij… hij kende mij niet eens, » fluisterde ze.
Haar moeder sloot haar ogen en slikte moeizaam. « Ik had gehoopt dat je dit nooit zou vinden. »