« Wie heeft je daartoe aangezet? » vroeg Mike, terwijl hij dichterbij kwam.
Haar handen trilden. « Ze namen haar mee. Ze zeiden dat als ik niet met het pakketje in mijn lichaam door de douane ging, ze haar zouden vermoorden. »
« Waar zijn ze nu? »
“Een auto zou mij ophalen nadat ik in Phoenix was geland.”
Mike wisselde een blik uit met de hoofdagent. « We moeten die contactpersoon opsporen. En we hebben onmiddellijk een medisch extractieteam nodig. »
Rex liep heen en weer achter de glazen deur, met stijve staart en zijn blik gericht op zijn baasje.
Buiten de kamer sloot de beveiliging de terminal af. Vluchten waren vertraagd. Omroepberichten klonken luid. Families en reizigers wachtten gespannen af zonder de ware reden voor de commotie te kennen.
Ondertussen arriveerde een medisch noodteam, uitgerust voor gecontroleerde extractie. Binnen twintig minuten was de operatiekamer in de medische faciliteit van de luchthaven gereed.
Wat ze eruit haalden, schokte zelfs de meest ervaren onder hen: een cilindervormig apparaat, ongeveer zo groot als een wijnfles, omwikkeld met chirurgisch gaas en versterkt met een loden omhulsel.
Er werd een bommenopruimingsdienst opgeroepen. Het object werd naar een veilige locatie vervoerd en ontmanteld.
Binnen vonden ze geen explosief, maar een zeer geconcentreerde hoeveelheid vloeibare fentanyl.
Genoeg om duizenden te doden.
De krantenkoppen zouden het later « Het Luchthavenmuilezelincident » noemen. Maar binnen die muren, tussen de agenten en medici, had het een andere naam:
De dag dat de hond de stad redde.
Rex werd als een held onthaald.
Nieuwsmedia deelden zijn foto door het hele land: de K9 die een poging tot mensenhandel ontdekte, verborgen in de meest onverwachte vermomming: het lichaam van een jonge vrouw die zich voordeed als een aanstaande moeder.
Mike zat later die avond nog naast Rex, lang nadat de camera’s waren vertrokken.
« Je hebt vandaag levens gered, maatje, » zei hij, terwijl hij achter Rex’ oor krabde.