« Ademhalen, » instrueerde de vroedvrouw, terwijl ze zich positioneerde om de voortgang van de bevalling te controleren. De vrouw reageerde niet, maar staarde wezenloos naar het plafond alsof de pijn iemand anders overkwam.
De vroedvrouw boog zich dichterbij, trok haar handschoenen recht en boog zich naar beneden om te kijken.
En toen gebeurde het.
De Schreeuw
De schreeuw van de vroedvrouw deed de kamer splijten als glas dat breekt.
Haar lichaam schokte heftig terug. Instrumenten vielen kletterend op de vloer. De bewakers renden naar voren, hun handen op hun wapens.
« Wat is er? Wat is er aan de hand? » riep de verpleegster, haar stem verhief zich in paniek.
De ogen van de vroedvrouw waren wijd open, haar gezicht was ontkleurd. Ze kon geen woorden vinden. Ze schudde alleen haar hoofd, haar borstkas ging op en neer, wijzend naar het lichaam van de gevangene.
De stilte van de gevangene maakte de scène alleen maar angstaanjagender. Ze deinsde niet terug. Ze huilde niet. Ze knipperde slechts langzaam met haar ogen, alsof wat er gebeurde onvermijdelijk was.
Gefluister in de gevangenis
Binnen enkele minuten verspreidde zich gefluister door de gangen. Er was iets onnatuurlijks gebeurd in kamer 1462. Gevangenen drukten hun oren tegen de tralies. Verpleegkundigen wisselden paniekerige blikken uit. Zelfs de bewakers, gehard door jarenlange wreedheid, mompelden onder elkaar.
“Was het de baby?” fluisterde iemand.
“Of was zij het?” vroeg een ander.
Niemand had antwoorden, alleen flarden van geruchten: een misvormd kind, een moedervlek in de vorm van een symbool, een geluid dat geen enkele pasgeborene zou mogen maken.
Maar over één ding waren ze het allemaal eens: de schreeuw van de vroedvrouw was anders dan alles wat ze ooit hadden gehoord.
Het mysterie van #1462
Wat maakte deze vrouw zo vreemd? Waarom was haar dossier leeg?
Sommigen zeiden dat ze uit een ondergrondse sekte in het Oostblok kwam. Anderen beweerden dat ze over de grenzen heen werd gesmokkeld en dat haar identiteit onderweg werd uitgewist. Er waren ook duisterdere theorieën – dat ze deel uitmaakte van een experiment, of dat ze iets bij zich droeg dat niet helemaal menselijk was.
Wat onmiskenbaar was, was haar stilzwijgen. In tegenstelling tot andere gevangenen vloekte ze nooit, smeekte ze nooit en verdedigde ze zichzelf nooit. Ze was een vleselijke schaduw, die een geheim met zich meedroeg dat nu met geweld was onthuld.
De nasleep
Uren later was de gevangenis nog steeds gesloten. Bewakers liepen nerveus heen en weer. De ziekenvleugel was afgesloten. De vroedvrouw, nog steeds geschokt, weigerde te praten over wat ze zag. Haar handen trilden telkens als ze het probeerde.
Het officiële rapport vermeldde simpelweg: « Geboortecomplicaties. Moeder stabiel. Kind onder observatie. » Maar niemand geloofde het.
Achter gesloten deuren fluisterden de medewerkers hun eigen versies. Sommigen beweerden dat de baby niet huilde, maar siste. Anderen zwoeren dat de ogen open waren en iedereen in de kamer zenuwachtig aanstaarden. Een paar zeiden dat er niet één kind was, maar twee – verbonden op manieren die de natuur tartten.
Wat er zich werkelijk in kamer 1462 heeft afgespeeld, blijft geheim.