Angst in de gangen
Dagenlang veranderde de sfeer in de gevangenis. Gevangenen weigerden te slapen, doodsbang voor de zwijgzame moeder en wat ze ook maar op de wereld had gebracht. Bewakers verdubbelden hun patrouilles. Verpleegkundigen meden de ziekenzaal volledig.
En door dit alles heen lag #1462 in bed, haar gezicht onveranderd, haar lippen op elkaar. Ze hield de pasgeborene niet één keer vast. Ze vroeg niet één keer. Ze staarde simpelweg naar het plafond, alsof ze ergens op wachtte.
De onbeantwoorde vragen
Wie was Gevangene #1462? Waarom werd haar geschiedenis uitgewist? Wat zag de vroedvrouw dat een vrouw, gehard door decennia van tragedie, een schreeuw ontlokte?
De gevangenisdirectie zal de waarheid nooit toegeven. Maar het personeel dat er die ochtend was, zal het nooit vergeten.
Het geluid van de schreeuw van de vroedvrouw galmt nog na in hun oren.
Een geboorte gehuld in angst
In de meeste ziekenhuiskamers brengt de eerste huil van een pasgeborene vreugde. In dit gevangenisziekenhuis bracht het angst.
Gevangene #1462 beviel in stilte. De vroedvrouw schreeuwde van angst. En de waarheid over wat er die ochtend ter wereld kwam, zal geen enkel officieel rapport ooit kunnen vastleggen.
Omdat sommige verhalen, die in de schaduw ontstaan, te angstaanjagend zijn om op te schrijven.