« U zult onder leiding van de heer Patel, de winkelmanager, werken, » vervolgde rechter Harmon. « U zult de vloeren vegen, de schappen vullen en alle andere taken uitvoeren die u worden opgedragen. Als u uw dienst niet naar behoren uitvoert, zult u terugkeren naar deze rechtszaal en zal ik niet aarzelen om u hechtenis op te leggen. »
De rechter was nog niet klaar. « Daarnaast zult u wekelijks deelnemen aan een verantwoordingsprogramma. U zult uit eerste hand horen van mensen wier leven door diefstal is verwoest. Na elke sessie schrijft u een reflectieverslag. Deze verslagen zullen door deze rechtbank worden beoordeeld. »
Ethan probeerde te protesteren, maar rechter Harmon onderbrak hem resoluut. « Nog één woord en ik verdubbel je uren. Begrijp je? »
Zijn stem, voor het eerst die dag ontdaan van sarcasme, was nauwelijks meer dan een gefluister. « Ja, Edelheer. »
De gevolgen onder ogen zien
De week daarop kwam Ethan aan bij Patels markt. Zijn capuchon strak om zijn hoofd getrokken, zijn handen in zijn zakken, zijn uitdagende houding als een schild om hem heen. Meneer Patel gaf hem echter geen berisping. Hij gaf hem gewoon een bezem.
‘Je hebt hier ooit een puinhoop van gemaakt,’ zei hij kalm. ‘Nu help je mee om het schoon te houden.’
Het werk was slopend. Winkelend publiek herkende hem en fluisterde: « Dat is die winkeldief. » Zijn rug deed pijn van het dweilen, zijn handen prikten van het schrobben en zijn trots begon af te brokkelen.
De verantwoordingssessies raakten de kern van de zaak nog dieper. Hij luisterde naar een alleenstaande moeder die vertelde hoe herhaalde diefstallen haar boetiek bijna failliet hadden laten gaan. Een veteraan beschreef hoe hij de prijzen in zijn kleine apotheek moest verhogen vanwege de aanhoudende winkeldiefstal – prijzen die vooral de kwetsbare ouderen troffen.
Elk verhaal ondermijnde zijn arrogantie. Voor het eerst in zijn leven voelde Ethan zich niet slim. Hij schaamde zich.
Het keerpunt
In de derde week was Ethans houding veranderd. Hij bewoog zich geconcentreerd, rolde niet langer met zijn ogen en sleepte niet meer met zijn voeten. Meneer Patel merkte het op. Op een dag, terwijl Ethan dozen aan het stapelen was, zei Patel zachtjes: « Je leert het. »
Het echte keerpunt kwam toen de boetiekeigenaar van de accountabilitygroep de winkel van Patel binnenliep. Ze herkende Ethan meteen.
‘Jij bent die jongen,’ zei ze, haar stem vastberaden maar scherp.
Ethan verstijfde. Zijn zelfverzekerde grijns was nergens te bekennen. Zijn stem brak toen hij zachtjes antwoordde: « Ja… dat ben ik. »
Ze keek hem lange tijd aan en sprak toen woorden die hem nog nachtenlang zouden achtervolgen: « Ik hoop dat je echt begrijpt wat mensen zoals jij mensen zoals mij aandoen. »
Die nacht kon Ethan niet slapen. Voor het eerst besefte hij pas echt hoe zwaar zijn daden wogen.