Zo maak je ze
-
Appels voorbereiden: Schil de appels en rasp ze fijn. Druk overtollig vocht lichtjes uit met een keukenpapiertje zodat het beslag straks niet te waterig wordt.
-
Beslag maken: Klop de eieren los in een kom en voeg de melk, honing of suiker en kaneel toe. Meng goed door elkaar.
-
Droge ingrediënten: Voeg bloem, bakpoeder en een snufje zout toe en roer tot een glad beslag.
-
Appels toevoegen: Spatel de geraspte appels door het beslag. Het mag best een beetje dik zijn; zo blijven je pannenkoekjes mooi luchtig.
-
Bakken: Verhit een klein beetje kokosolie of boter in een koekenpan op middelhoog vuur. Schep met een lepel kleine hoopjes beslag in de pan (ongeveer twee eetlepels per pannenkoekje). Bak ze 2–3 minuten per kant, tot ze goudbruin zijn en lekker luchtig.
-
Herhaal: Ga door tot al het beslag op is en serveer de pannenkoekjes warm.
Serveerideeën
Deze pannenkoekjes zijn heerlijk zoals ze zijn, maar je kunt ze nog lekkerder maken met:
-
Een lepel Griekse yoghurt en een beetje honing
-
Verse bessen of plakjes banaan
-
Een snufje poedersuiker of kaneel
-
Een scheutje ahornsiroop voor een luxere touch
