
» Als je na twintig minuten nog steeds niet in slaap valt, sta dan op « , adviseert een slaaparts. » Ga in een comfortabele stoel in een andere kamer zitten. Lees een boek, met net genoeg licht aan zodat je de tekst comfortabel kunt lezen. » Doe iets ontspannends. Luister naar rustige muziek, rek je uit of schrijf in een dagboek. Vermijd alle schermen. Het blauwe licht van apparaten onderdrukt de melatonineproductie. Dit verstoort je slaapcyclus verder.
Ga pas weer naar bed als je je slaperig voelt. Dit versterkt de associatie van je hersenen tussen je bed en slaap. » Het is belangrijk om niet in bed te blijven liggen, zelfs niet als je leest. Als je dit doet, associëren je hersenen en lichaam je bed met wakker zijn in plaats van met slapen. »
Slaapverstoringen in perspectief plaatsen

Je zou je kunnen afvragen wat de impact van een slechte nachtrust is. Door perspectief te leren, kun je er beter mee omgaan. « De realiteit is dat je waarschijnlijk weer in slaap valt en dat je morgen weer helemaal oké bent », zegt een slaapspecialist. « Mensen realiseren zich niet dat je doorgaans kunt functioneren na een nacht slecht geslapen te hebben. » Je voelt je morgen misschien slaperiger. Je training kan zwaarder aanvoelen. Je reageert misschien prikkelbaarder. Maar experts adviseren je om je dag normaal door te brengen. Je slaapsysteem corrigeert zichzelf op natuurlijke wijze. » Als je de ene nacht slecht slaapt, is de kans groter dat je de volgende nacht beter slaapt », merkt een slaaponderzoeker op. Probeer dit niet te compenseren door te veel dutjes te doen of eerder naar bed te gaan. Deze acties gooien je slaapschema in de war.