Toen de stem van de stewardess in de intercom trilde – « Is er een dokter aan boord? » – verstijfden de meeste passagiers. Maar de veertienjarige Tiana Carter deed dat niet.
Ze groeide op in een van de slechtste buurten van Atlanta, een buurt waar kapotte straatlantaarns flikkerden en dromen vaak werden ingeruild om te overleven. Toch droomde Tiana er van jongs af aan van om dokter te worden.

Op die dag vlogen de Carters voor het eerst in hun leven met het vliegtuig – een ticket dat haar moeder al meer dan twee jaar spaarde, zodat Tiana haar tante in New York kon bezoeken en de stad van haar dromen met eigen ogen kon zien.