Een oudere man in de eerste klas – gekleed in een op maat gemaakt grijs pak en een gouden horloge – verloor plotseling het bewustzijn. Zijn gezicht viel opzij en zijn rechterarm hing slap. De stewardessen raakten in paniek en de passagiers hielden hun adem in.
« Iemand helpen! Hij heeft een beroerte! » – riep een verpleegster van een paar rijen verderop.
De verpleegster probeerde de pols van de man te meten en haar handen trilden. Het zuurstofmasker gleed af en de mond van de man werd blauw.
Tiana’s hart bonsde als een hamer. Ze herinnerde zich elk woord in het hoofdstuk over eerste hulp in het medische handboek dat ze had geleerd. Voordat haar moeder haar kon tegenhouden, maakte ze haar veiligheidsgordel los en rende door het gangpad.
« Schat, je moet gaan zitten! » protesteerde de stewardess.
« Ik weet wat ik moet doen! » zei Tiana vastberaden, met een stille, kalme stem. « Kantel zijn hoofd, niet te veel – maak zijn luchtweg vrij! »