Veel automobilisten dachten even opgelucht adem te kunnen halen. Na jaren van steeds hogere verkeersboetes leek er eindelijk een rem te komen: de Tweede Kamer nam vorige week een motie aan om boetes níét langer automatisch te laten meestijgen met de inflatie. Op sociale media werd het nieuws massaal gedeeld en in talloze WhatsApp-groepen ging het rond: “Yes, eindelijk blijven de boetes gelijk!”

Maar dat optimisme blijkt nu helaas voorbarig. Want wie dacht dat de verhogingen voor 2026 van tafel waren, komt bedrogen uit. De realiteit is dat de boetes volgend jaar tóch omhooggaan — en dat voelt voor veel Nederlanders als een klap in het gezicht. Zeker in een tijd waarin het leven al duur genoeg is, hadden velen gehoopt dat deze financiële aderlating eindelijk zou stoppen.
Waarom dan tóch die verhoging? Simpel: de indexering is al maanden geleden doorgevoerd, nog vóór de recente politieke beslissing. De inflatiecorrectie die de Tweede Kamer nu wil bevriezen, gaat pas in vanaf 2027. Voor 2026 zijn de bedragen al vastgelegd en daar wordt niet meer aan getornd.
Voor veel weggebruikers voelt dat tegenstrijdig: de politiek zegt A, maar de praktijk doet B. En daardoor draait de automobilist — opnieuw — op voor hogere kosten.