Vorig jaar, toen ik de kast van mijn dochter aan het opruimen was, verzamelde ik een bundel nauwelijks gedragen kleding – perfect voor een meisje van een jaar of twee, drie. Ik besloot ze te doneren aan iedereen die ze nodig zou kunnen hebben.
Kort nadat ik mijn bericht had geplaatst, kreeg ik een bericht van een vrouw die het moeilijk had. Haar woorden waren eenvoudig en eerlijk: haar dochter had heel weinig kleding en vroeg zich af of ik bereid was om te sturen wat ik per post had ontvangen.
Eerst aarzelde ik. Ik wist niet zeker of ik wel moest reageren. Maar er zat iets in haar bericht – een stille kwetsbaarheid – dat me deed aarzelen.
Ik dacht eraan hoe moeilijk het is om hulp te vragen, vooral als je op je dieptepunt zit. Dus pakte ik de kleding in, betaalde zelf de verzendkosten en stuurde ze op, zonder op een antwoord te wachten.
Weken gingen voorbij. Toen maanden. Ik was het bijna helemaal vergeten.