Toen ik 20 was, raakte ik ernstig verbrand bij een gasexplosie in een keuken.
Mijn gezicht, nek en rug waren getekend.
Sindsdien heeft geen enkele man mij ooit nog echt zonder medelijden of angst bekeken.
Totdat ik Obinna ontmoette, een blinde muzieklerares.
Hij zag mijn littekens niet. Hij hoorde alleen mijn stem. Hij voelde mijn goedheid. Hij hield van me om wie ik ben.
We hadden een jaar een relatie. En hij vroeg me ten huwelijk.
Iedereen lachte mij uit:
« Je bent met hem getrouwd omdat hij niet kan zien hoe lelijk je bent! »
Maar ik glimlachte:
« Ik trouw liever met een man die mijn ziel ziet, dan met een man die mijn huid beoordeelt. »
Onze bruiloft was eenvoudig, prachtig en gevuld met livemuziek van haar leerlingen.
Ze droeg een hooggesloten jurk die alles bedekte.
Maar voor het eerst in mijn leven schaamde ik me niet.
Ik voelde me gezien, niet met ogen, maar met liefde.
Die avond gingen we naar ons kleine appartement.
Hij streek langzaam met zijn handen over mijn vingers, mijn gezicht… mijn armen.
En toen fluisterde hij:
« Je bent nog mooier dan ik me had voorgesteld. »
Ik huilde.
Totdat zijn volgende woorden alles veranderden.
« Ik heb je gezicht al eerder gezien. »
Ik verstijfde.
“Obinna… je bent blind.”
Hij knikte langzaam.
« Dat was het. Maar drie maanden geleden, na een delicate oogoperatie in India, begon ik schaduwen te zien. Toen vormen. Toen gezichten. Maar ik heb het aan niemand verteld – zelfs niet aan jou. »
Mijn hart klopte sneller.
« Omdat? »
Hij antwoordde:
« Omdat ik van je wilde houden zonder de drukte van de wereld. Zonder druk. Zonder je te zien – zoals zij dat deden. »
« Maar toen ik je gezicht zag… huilde ik. Niet vanwege je littekens, maar vanwege je kracht. »
Het bleek dat hij mij zag… en toch voor mij koos.
Obinna’s liefde was niet geboren uit blindheid, maar uit moed.
Tegenwoordig loop ik met vertrouwen.
Omdat ik werd gezien door de enige ogen die er echt toe doen: de ogen die verder keken dan mijn pijn.