
Deze systematiek kan gunstig of ongunstig uitpakken, afhankelijk van de marktontwikkelingen. Juist daarom is inzicht in de berekening belangrijk. Het systeem vormt al jaren onderwerp van discussie, maar blijft in 2026 onverminderd van kracht.
Vermogen breder dan spaargeld
Bij het vaststellen van het vermogen telt meer mee dan alleen banksaldi. Beleggingen, cryptomunten zoals Bitcoin, tweede woningen en zelfs contant geld worden meegenomen.
Ook uitgeleend geld valt onder het vermogen. Schulden mogen worden afgetrokken, maar alleen boven een bepaalde drempel. Daardoor ontstaat een compleet financieel plaatje. Voor wie twijfelt, biedt de Belastingdienst een uitgebreid overzicht van wat wel en niet meetelt.
Duurzaam voordeel met groen beleggen
Naast de standaardvrijstelling bestaat een extra voordeel voor duurzaam investeren. In 2026 geldt een aanvullende vrijstelling van € 26.715 per persoon voor groen sparen en beleggen.
Fiscale partners kunnen zo € 53.430 buiten de heffing houden. Voorwaarde is dat het geld is belegd in erkende groene fondsen. Deze regeling stimuleert duurzaamheid en verlaagt tegelijkertijd de belastingdruk op het vermogen.
Verschillende percentages per vermogenstype
Het fictieve rendement verschilt per soort bezit. Voor spaargeld hanteert de fiscus in 2026 een percentage van 1,28%. Voor beleggingen en overige bezittingen geldt een aanzienlijk hoger percentage van 6,00%.