Merk je vreemde gaten op in je tuin? Voordat je de schuld geeft aan mollen of konijnen, kijk nog eens goed—de kans is groot dat ratten de boosdoeners zijn. Deze plagen graven om te nestelen, zich te verstoppen en voedsel te zoeken, en laten duidelijke sporen achter. Met deze 15 aanwijzingen ontdek je of ratten inderdaad het probleem zijn—én hoe je ze snel verjaagt voordat ze jouw tuin overnemen.
1. De grootte van het gat is belangrijk

Rattengaten zijn meestal 5 tot 10 centimeter in doorsnee—ongeveer zo groot als een golf- of tennisbal. De ingang oogt glad en is zichtbaar vaak gebruikt. In tegenstelling tot konijnen- of eekhoorngaten ligt er vaak losse aarde rond de opening, niet netjes op een hoop. Verse aarde wijst op recente graafactiviteit—een duidelijk teken dat er ratten wonen. Kun je twee vingers in het gat steken? Dan heb je waarschijnlijk te maken met ratten, niet met muizen of woelmuizen, die kleinere openingen maken.
2. Sluippaadjes tussen gaten Ratten maken
duidelijke paadjes in het gras als ze van het ene hol naar het andere lopen. Zoek naar smalle, platgelopen sporen van zo’n 5 tot 7 cm breed in je tuin of moestuin. Deze ‘rattenwegen’ leiden vaak naar voedselbronnen zoals composthopen, moestuinen of vogelvoerplekken. Het gras op deze routes is vaak platgedrukt of helemaal verdwenen. Ochtenddauw kan de paadjes extra zichtbaar maken, omdat het water anders blijft liggen op het platgelopen gras—een duidelijk teken van veel rattenverkeer.
3. Uitwerpselen bij de gatopening
Rattenkeutels zijn een van de meest betrouwbare aanwijzingen voor een rattenprobleem. Let op donkere, langwerpige keutels van ongeveer 0,5 tot 1 cm lang bij de ingangen. Verse uitwerpselen zijn glanzend en donker, oudere worden grijs en brokkelig. Zie je er veel? Dan heb je waarschijnlijk meerdere ratten rondlopen. Draag altijd handschoenen bij het controleren, want rattenpoep kan ziekten overdragen. De keutels zijn spits aan beide uiteinden, wat ze onderscheidt van andere knaagdieruitwerpselen.