Instructies
- Voorbereiding: Dep de sint-jakobsschelpen en garnalen droog met keukenpapier. Breng ze licht op smaak met zout en peper. Zet de overige ingrediënten klaar, zodat je vlot kunt werken.
 - Champignons bakken: Verhit de olijfolie in een ruime pan en voeg de champignons toe. Bak op hoog vuur tot ze goudbruin en droog zijn. Haal ze uit de pan en zet apart.
 - Sint-jakobsschelpen bakken: Voeg de boter toe aan dezelfde pan en laat smelten tot lichtbruin. Bak de sint-jakobsschelpen 1 tot 1,5 minuut per kant tot ze goudbruin zijn, maar nog zacht vanbinnen. Haal ze uit de pan en houd warm.
 - Garnalen toevoegen: In dezelfde pan, voeg eventueel een druppel olie toe. Bak de garnalen kort (ongeveer 1 minuut per kant) tot ze roze zijn. Haal ze eveneens uit de pan.
 - Saus bereiden: Zet het vuur iets lager. Voeg de sjalot en knoflook toe en fruit 1 minuut. Blus met witte wijn en laat 2–3 minuten inkoken. Voeg dan de room toe en roer tot een gladde saus. Breng op smaak met zout, peper, citroensap en eventueel een snufje paprikapoeder.
 - Alles samenvoegen: Voeg de champignons, garnalen en sint-jakobsschelpen terug in de pan. Schep voorzichtig om zodat alles bedekt is met de saus. Laat 1–2 minuten op laag vuur sudderen zodat de smaken zich mengen, maar de zeevruchten niet te gaar worden.
 - Serveren: Schep de zeevruchten en saus op voorverwarmde borden, bestrooi met verse peterselie of dille en serveer direct.
 
Serveer- en bewaartips
Serveren: Deze zeevruchtenschotel is heerlijk met verse pasta, risotto of een stuk knapperig stokbrood. Voor een lichte variant kun je het combineren met gestoomde groenten of bloemkoolpuree.
Serveer op warme borden om de saus en textuur optimaal te behouden.
Bewaren: Zeevruchten zijn het lekkerst vers bereid. Als je restjes hebt, bewaar ze maximaal 1 dag in de koelkast en warm voorzichtig op in een pan op laag vuur. Niet invriezen — de textuur van de schelpen en garnalen wordt dan rubberachtig.