De maanden die volgden waren vreemd genoeg rustig. Ik schilderde een kamer opnieuw, volgde aquarelcursussen en hervatte mijn vrijwilligerswerk in de bibliotheek. Tyler belde elke zondag.
Karen en Richard verhuisden naar Arizona. Ze konden hun huis niet langer betalen.
Op een lenteochtend kwam een maatschappelijk werkster langs voor een inspectie naar aanleiding van een melding. Ik beantwoordde alle vragen en gaf haar vervolgens mijn dossier.
Ze vertrok ervan overtuigd dat ik mijn leven perfect op orde had.
De zomer daarop droeg ik het huis via de trust over aan Tyler. Hij huilde. Ik ook.
Later kwam er een brief uit Arizona. Karen bood halfslachtig haar excuses aan. Ik legde de brief weg zonder te antwoorden.
Sommige banden, eenmaal verbroken, zouden dat ook moeten blijven. Uit wijsheid.
Vandaag ben ik eenenzeventig jaar oud. Ik heb een huis vol herinneringen, een kleinzoon die me elke week belt, en een eenvoudig, rustig leven, maar helemaal van mijzelf.
Ook vanochtend dronk ik mijn koffie terwijl ik de zon boven de tuin zag opkomen.
Ik voelde me niet oud.
Ik voelde me vrij