De rechtszaak sleepte zich bijna een jaar voort. Laura portretteerde ons als rijke, koude en ongevoelige grootouders die opzettelijk « onschuldige kinderen » buitensloten. Daniel bleef zwijgend aan haar zijde in de rechtszaal en vermeed zorgvuldig onze blik. Elke zitting voelde als een nieuw verraad.
We leefden in voortdurende bezorgdheid, niet over geld, maar over onze reputatie, onze gezondheid en die obsessieve vraag: hadden we gefaald als ouders?
Op de dag van de laatste zitting was de spanning bijna ondraaglijk. De rechter las langzaam zijn aantekeningen door. Laura leek zelfverzekerd. Daniel hield haar hand vast. Toen werd de uitspraak gedaan.
Met een kalme maar vastberaden stem wees de rechter Laura’s verzoek ondubbelzinnig af en herhaalde dat niemand wettelijk kan eisen om in iemands testament te worden opgenomen. De opluchting was enorm, maar daar bleef het niet bij.
De rechter ging vervolgens in op Laura’s gedrag: de herhaalde druk, de publieke beschuldigingen en de langdurige juridische intimidatie. Hij verwees naar medische documenten die door onze advocaat waren aangeleverd: Margarets diagnose van angststoornis, mijn hartproblemen die door stress werden verergerd, en therapierapporten die onze emotionele nood bevestigden, die rechtstreeks verband hield met de rechtszaak.
Na een lange stilte omschreef hij Laura’s handelingen als « kwaadwillig, dwingend en schadelijk voor de geestelijke gezondheid ». Het vonnis bepaalde dat Laura en Daniel ons een schadevergoeding moesten betalen voor emotioneel leed, inclusief de juridische kosten.
De sfeer in de rechtszaal sloeg onmiddellijk om. Laura werd bleek. Daniel sprong in paniek overeind. Ze waren gekomen in de hoop geld te krijgen. Nu gingen ze weg met een straf die ze moesten uitzitten.