Emma knikte. « Hij had het niet overleefd. »
Ze dienden zuurstof toe, stabiliseerden het kind en laadden hem in de ambulance – pal naast meneer Johnson. De golden retriever sprong op en weigerde de zijde van de jongen te verlaten.
« Prima, » mompelde Matt. « Je hebt zijn leven gered. Je mag meerijden. »
Terwijl de sirene opnieuw loeide, raasde de ambulance richting Willowbrook General Hospital. Binnen stonden twee levens op het spel: de oude man die vocht tegen een hartaanval en de kleine jongen die door de wanhopige smeekbede van een hond van de verstikkingsdood was gered.
In het ziekenhuis brachten artsen beide patiënten met spoed naar de spoedeisende hulp. Uren leken dagen, maar uiteindelijk kregen Emma en Matt het nieuws: zowel meneer Johnson als de jongen waren stabiel. Ze zouden herstellen.
De golden retriever zat geduldig in de wachtkamer, met zijn staart zachtjes kwispelend als er verpleegsters langskwamen. Toen Emma eindelijk hurkte om hem te aaien, zag ze het label aan zijn halsband: « Buddy. »
« Vriend, » mompelde ze. « Je wist precies wat je moest doen, toch? »
Even later kwam er een verpleegster naar buiten, die de kleine jongen bij de hand nam. Zijn gezicht straalde nu en hij ademde rustig dankzij de medicijnen. Toen hij Buddy zag, vulden zijn ogen zich met tranen.
“Vriendje!” riep hij, terwijl hij zijn armen om de nek van de hond sloeg.
Emma’s keel kneep samen. Ze kon de vraag niet onderdrukken. « Is hij… jouw hond? »
De jongen knikte. « Buddy is mijn beste vriend. Hij zorgt altijd voor me. Als ik geen adem krijg, weet hij het. Hij rende de deur uit – ik denk dat hij hulp ging halen. »

Emma en Matt wisselden een blik van pure verbazing uit. Van alle auto’s, van alle mensen in Willowbrook, had Buddy ervoor gekozen een ambulance aan te houden – het enige voertuig dat het leven van zijn zoon kon redden.
Het verhaal bleef niet beperkt tot de muren van het ziekenhuis. Binnen enkele dagen gonsde het nieuws in de hele regio: « Hond stopt ambulance – redt leven van kind. »
Verslaggevers stroomden toe om de hulpverleners te interviewen. Emma stond op camera en vertelde over het surrealistische moment waarop een woedende golden retriever weigerde te bewegen totdat ze hem volgden.
Maar het meest indrukwekkende beeld was er een die geen enkele camera echt kon vastleggen: Buddy lag opgerold naast het ziekenhuisbed van de jongen, zijn hoofd rustend op het been van het kind, zijn ogen gesloten in stille toewijding.
Artsen, verpleegsters en zelfs doorgewinterde paramedici veegden hun tranen weg.
Matt, die aan de bedoelingen van de hond had getwijfeld, bekende later: « Ik rijd al twaalf jaar ambulances. Ik heb chaos, angst en wanhoop op straat gezien. Maar zoiets heb ik nog nooit gezien. Die hond wist het. Hij wist het gewoon. »