Op een vrijdagavond, terwijl Zofia nog aan haar bureau zat te werken, klopte er iemand op de deur. Het was Marta, een accountant met dertig jaar ervaring.
« Mevrouw Zofia, » zei ze verlegen, « ik heb met veel regisseurs gewerkt. Maar voor het eerst heb ik het gevoel dat het de moeite waard is om hier te komen werken. »
Sophie glimlachte.
— Dank je wel, Marta. Dit is heel belangrijk voor me.
Na twee maanden kwam het bedrijf uit de malaise. Voormalige klanten keerden terug en de zakenpers schreef over een « stille revolutie bij de Dumont Group ». Gustaw… verdween. Hij hield zich waarschijnlijk schuil voor het onderzoek. Niemand zocht hem. Niemand miste hem.
Op een middag was Zofia weer terug in het kantoor van haar vader, maar deze keer zat ze op zijn stoel. Robert keek haar trots aan.
« Je hebt niet alleen het bedrijf gered, maar je hebt het ook nog eens met klasse gedaan, » zei hij. « Je hebt bewezen dat je niet aan de top hoeft te beginnen om de top te bereiken. »
Zofia knikte.
« We hebben nog veel werk voor de boeg. Maar nu… ben ik niet alleen. »
Robert glimlachte breed:
—Je bent een echte leider. Niet omdat je een titel hebt. Maar omdat mensen je volgen.
Zofia keek uit het raam. De lucht klaarde op; de regen was allang gestopt.
« Het opruimen is gedaan, » zei ze. « Nu is het tijd om te bouwen. »