Ik glimlach, een vreugdeloze glimlach. « Het spijt me, maar ik kan niet meer. »
Ze zweeg even, alsof ze haar woorden afwoog. « Weet je, je zou het tenminste kunnen proberen uit te zoeken… Hij weet niet wat hij zegt. »
Ik had niet langer de kracht om het hem uit te leggen. Misschien zou ze het nooit begrijpen. Misschien zou niemand het begrijpen. Maar ik begreep het. En dat maakte het verschil.
Maanden gingen voorbij. Ik zette mijn lessen voort, ik begon te reizen, om te fotograferen. Ik legde eenvoudige momenten vast, glimlachen op drukke straten, wilde landschappen, het leven in al zijn glorie. Soms betrapte ik mezelf erop dat ik aan mijn moeder dacht, maar ik probeerde het schuldgevoel weg te duwen. Ik had de juiste keuze gemaakt. Een evenwichtig leven is niet gebouwd op blijvende offers. En elke dag voelde ik me een beetje meer mezelf.
Die kerst was ik niet bij hen. Maar ik had een diepe vrede gevonden, een vrede die ik nooit aan hun zijde had gekend. De stilte die mij omringde was geen gevangenis meer. Hij was mijn vrijheid.
En voor het eerst begreep ik wat het echt betekende om te leven.