1. Onvoldoende zuurstof in de lucht
Bijvoorbeeld op grote hoogte of bij langdurige blootstelling aan slecht geventileerde ruimtes.
2. Ademhalingsproblemen
Zoals bij een klaplong, astma, COPD of ademhalingsfalen waardoor de longen onvoldoende zuurstof opnemen.
3. Verstoord transport via het bloed
Bloedarmoede of ziekten zoals thalassemie kunnen de capaciteit van het bloed om zuurstof te vervoeren ernstig verminderen.
4. Hartproblemen
Bijvoorbeeld bij een hartinfarct, hartfalen of een beroerte, waarbij vitale organen plots geen zuurstof meer krijgen.
5. Bepaalde vergiftigingen
Zoals koolmonoxidevergiftiging, waarbij zuurstofverdringing optreedt in het bloed.