Wanhoop aan de poorten: worstelend meisje smeekt om een baan buiten het landhuis van een miljardair, maar een klein litteken in haar nek onthult een verborgen bloedlijn, een vermiste baby en een duister familiegeheim dat een van de rijkste mannen in shock achterlaat!
Het had weer een gewone avond moeten worden op het landgoed Whitmore. Charles Whitmore, een van de rijkste mannen van het land, stapte uit zijn limousine, aktetas in de hand, al bezig met zijn zakenimperium.
Toen klonk er een stem die hem abrupt deed zwijgen.
« Heer… zoek je iemand om aan hun huis te werken? Ik kan alles… mijn kleine zusje heeft al twee dagen niet gegeten. »
Het was niet alleen de wanhoop in haar stem. Het was niet alleen de aanblik van haar gescheurde jurk of het vuil op haar handen. Het was iets anders – iets dat zijn hart deed bonzen als een trommel vol oude herinneringen.
Op haar rug, vastgebonden in een draagdoek, bewoog een baby onrustig. De kleine lipjes van het kind bewogen alsof ze dromen van brood en melk najoeg, maar er was geen eten te bekennen.
De oudere zus, misschien net twintig, stond ondanks haar uitputting rechtop. Haar ogen brandden van vastberadenheid. Dit was geen bedelaarsblik. Dit was de blik van een overlevende.
Charles had duizenden mensen zijn poort zien naderen. Maar nog nooit op deze manier.
Toen viel zijn blik op haar nek.
Een merk. Een klein, halvemaanvormig litteken dat leek te glinsteren in de schemering.
Zijn adem stokte. Een golf van duizeligheid overviel hem. Zijn borstkas trok samen terwijl hij staarde, niet in staat zijn blik af te wenden.
Hij had dat merkteken al eerder gezien.
Meer dan twintig jaar geleden.