Heb je ooit rondgekeken in je rommelige kamer en je afgevraagd: « Waarom kan ik dit niet gewoon opruimen? » Je bent niet de enige. Terwijl de maatschappij rommel vaak associeert met luiheid of gebrek aan discipline, vertelt de psychologie een complexer verhaal. Rommel kan namelijk veel onthullen over je mentale toestand, persoonlijkheid en gewoonten. Dit is wat de wetenschap te zeggen heeft over waarom sommige mensen chaos prefereren (of tolereren).
1. Een rommelige kamer weerspiegelt een rommelige geest.
Een van de meest voorkomende verklaringen is dat een ongeorganiseerde ruimte interne stress weerspiegelt. Wanneer je overweldigd, angstig of emotioneel uitgeput bent, staan schoonmaken en opruimen vaak onderaan je prioriteitenlijstje.
Stress en burn-out: Een hoog stressniveau kan je concentratievermogen en het afronden van taken zoals schoonmaken belemmeren.
Depressie: Mensen die kampen met een depressie hebben vaak niet de energie of motivatie om schoon te maken. Dit leidt tot een chaotische cyclus die hun stemming verslechtert.
Angst: De emotionele last van dagelijkse beslommeringen laat weinig tijd over voor dingen als kleding vouwen of stofzuigen.
2. Een creatieve geest houdt van een beetje chaos
Studies hebben aangetoond dat zeer creatieve mensen vaak floreren in minder gestructureerde omgevingen. Voor hen is rommel geen teken van disfunctioneren, maar eerder een bijproduct van inspiratie en een intense focus op andere prioriteiten.