Als je een salaris verdient tot 75.518 euro per jaar, betaal je over dat inkomen een percentage van 36,97 procent. Dat klinkt hoog, maar het is belangrijk om te weten dat dit tarief inclusief sociale premies is. Stel dat je een modaal salaris verdient, rond de 44.000 euro per jaar, dan betaal je volgens het belastingtarief ongeveer 16.266 euro aan inkomstenbelasting.
Vanaf het moment dat je meer verdient dan 75.518 euro per jaar, verandert het spel. Het belastingtarief gaat dan omhoog naar 49,50 procent voor het deel van je inkomen dat boven de grens uitkomt. Let op: dit betekent niet dat je gehele salaris ineens bijna de helft aan de Belastingdienst moet afdragen. Alleen het inkomen boven 75.518 euro valt onder dit hogere tarief.
Een voorbeeld: verdien je 80.000 euro bruto per jaar? Dan betaal je over de eerste 75.518 euro nog steeds 36,97 procent (27.919 euro) en over de resterende 4.482 euro betaal je 49,50 procent (2.218 euro). In totaal betaal je dan 30.137 euro aan inkomstenbelasting. Het is dus een combinatie van het lage en het hoge tarief die bepaalt wat je uiteindelijk afdraagt.
Belangrijk: heffingskortingen maken verschil
Het belastingtarief is één ding, maar heffingskortingen kunnen je uiteindelijke belastingdruk flink verlagen. Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting die je meestal automatisch via je werkgever ontvangt. Ze bestaan in verschillende vormen, zoals de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
De maximale arbeidskorting in 2025 is 5.532 euro, maar vanaf een inkomen van 39.957 euro gaat deze korting geleidelijk omlaag. Per euro extra inkomen boven deze grens vermindert de arbeidskorting met 6,51 procent. Dat betekent dat hogere inkomens automatisch minder voordeel krijgen van deze korting, waardoor het netto-effect van belasting betalen hoger wordt.
Heffingskortingen zijn dus een belangrijke factor bij je salarisberekening. Twee werknemers met hetzelfde bruto salaris kunnen in theorie een verschillend netto-inkomen overhouden, afhankelijk van bijvoorbeeld hun leeftijd, arbeidsuren of aanvullende kortingen zoals de ouderenkorting.

Sparen en erfbelasting: niet alleen salaris telt
Veel mensen denken bij belasting vooral aan hun salaris, maar de Belastingdienst kijkt ook naar andere bronnen van inkomen. Spaargeld en beleggingen in box 3 vallen onder een vermogensbelasting. Voor 2025 geldt dat een deel van je vermogen is vrijgesteld: dit heet de heffingsvrije grens. Alles boven die grens wordt belast volgens een fictief rendement, dat vervolgens met een belastingtarief wordt belast.
Ook erfenissen kunnen impact hebben. Ontvang je bijvoorbeeld een erfenis van een familielid? Dan moet je erfbelasting betalen, afhankelijk van de grootte van de erfenis en de relatie tot de overledene. De Belastingdienst houdt dus op meerdere manieren haar hand op je geld, wat het plannen van je financiën belangrijk maakt.
Slim omgaan met je inkomen
Het feit dat je vanaf 75.518 euro per jaar meer inkomstenbelasting betaalt, betekent niet dat er geen mogelijkheden zijn om slim met je inkomen om te gaan. Er zijn verschillende strategieën die je kunt toepassen om je belastingdruk te verlagen:
-
Pensioenopbouw verhogen: Door extra in je pensioen te storten verlaag je je belastbare inkomen in box 1. Dat kan net genoeg zijn om onder het hogere belastingtarief te blijven of om meer te profiteren van heffingskortingen.
-
Fiscale aftrekposten benutten: Denk aan hypotheekrenteaftrek, studiekosten of specifieke zorgkosten. Deze verminderen je belastbaar inkomen.
-
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️
Advertentie