Diagnose van tularemie:
De diagnose van tularemie is gebaseerd op een combinatie van klinische symptomen, blootstellingsgeschiedenis en laboratoriumtests. De belangrijkste factoren die worden gebruikt om tularemie te diagnosticeren zijn:
Symptoombeoordeling: Artsen zullen letten op veelvoorkomende symptomen van tularemie, zoals hoge koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, ernstige vermoeidheid en gezwollen lymfeklieren. De aanwezigheid van luchtwegklachten kan ook wijzen op een pulmonale vorm van de ziekte.
Blootstellingsgeschiedenis: artsen zullen vragen naar uw blootstellingsgeschiedenis, zoals contact met wilde dieren, tekenbeten of reizen naar gebieden waar tularemie veel voorkomt.
Laboratoriumtests: Verschillende laboratoriumtests kunnen worden gebruikt om de diagnose tularemie te bevestigen. Dit kan bloedonderzoek zijn om de aanwezigheid van antilichamen specifiek tegen de Francisella tularensis-bacterie op te sporen, microbiële kweken om de bacterie te isoleren uit bloed-, weefsel- of lichaamsvloeistoffen, en moleculaire tests zoals PCR (polymerasekettingreactie) om het DNA van de bacterie te detecteren.
Behandeling van tularemie:
De behandeling van tularemie bestaat uit het gebruik van antibiotica die effectief zijn tegen de bacterie Francisella tularensis. Veelgebruikte medicijnen voor de behandeling van tularemie zijn streptomycine, gentamicine, doxycycline en ciprofloxacine. De duur van de behandeling hangt af van het type en de ernst van de ziekte, evenals van de reactie van de patiënt op de behandeling.
Het is belangrijk om zo snel mogelijk na de diagnose tularemie met de behandeling te beginnen om mogelijk ernstige complicaties te voorkomen. Patiënten met ernstigere vormen van de ziekte moeten mogelijk in het ziekenhuis worden opgenomen voor nauwlettend toezicht en intraveneuze antibiotica.