Het was begonnen met maagpijn. Elena klemde haar buik tot diep in de nacht vast, probeerde stil te blijven, wilde geen ophef veroorzaken. Toen de pijn ondraaglijk werd, werd ze met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Tegen de tijd dat ze aankwamen, glipte ze al weg.
Artsen probeerden alles wat ze konden, maar Elena deed haar ogen nooit meer open.
Ze kreeg niet de kans om de eerste huilbui van haar kind te horen. Ze kreeg de baby die ze met zoveel hoop had gedragen niet vast.
De hele familie was verbrijzeld. Mevrouw Helen stortte in tranen in. Haar man, meneer Louis, zat stil – stil en verbijsterd – zijn ogen gericht op het lachende portret van Elena dat nu bovenop de kist rustte.
Op de foto zag ze er stralend uit. Vol leven. Niemand kon geloven dat ze weg was.
Een kist die niet zou bewegen
Toen het tijd was om de kist naar de lijkwagen te dragen, stapten acht jonge mannen naar voren om hem op te tillen.
Ze namen elk hun plaats in, bukten zich en trokken – maar het wilde niet wijken.
Ze probeerden het opnieuw. En opnieuw.
Het was alsof de kist aan de grond was geworteld. Aderen gespannen
Een oudere man in de menigte fluisterde wat velen al dachten: « Ze is nog niet klaar om te gaan. »
De lucht werd zwaarder. De regen ging door. De sjamaan, die in de buurt stond, stapte naar voren en zei zachtjes: « Open de kist. Ze heeft nog iets te zeggen. »
Een laatste boodschap
De vergrendeling werd langzaam verwijderd en het deksel voorzichtig opgetild.
Een zucht golfde door de menigte.
Elena’s gezicht, hoewel vredig, bevatte nog steeds verse sporen van tranen. Haar ogen, half gesloten, zagen eruit alsof ze net hadden gehuild. De aanblik was genoeg om zelfs de sterksten op de knieën te krijgen.
Mevrouw Helen haastte zich naar haar schoondochter, de tranen stroomden over haar gezicht terwijl ze Elena’s hand vastpakte.
« Elena, mijn lieve kind… Als je nog iets in je hart hebt, laat het ons dan weten. Draag het niet bij je. Alsjeblieft, spreek met ons …
Stilte volgde. Het soort stilte dat tegen de ziel drukt.