Hij zag er kalm, gelukkig en voldaan uit.
Radhika verborg zich achter een etalage.
Niemand herkende haar.
Ze behoorde nu aan niemand toe.
Slechts een schaduw in het verhaal van de man die alles verloor… en toch zichzelf herwon.
En op dat moment vielen er tranen uit haar ogen –
voor het eerst tranen van spijt.
Maar het was te laat.
De man die ze ooit ‘uitschot’ noemde, liep nu als een koning rond –
vrij, geliefd en oprecht gerespecteerd.
En zij… verbrandde in de as van haar hebzucht.