Het was een warme zaterdagavond in Austin, Texas. Daniel Cooper, een zelfverzekerde makelaar, had zijn beste vrienden en collega’s bij hem thuis uitgenodigd voor een etentje. Voor iedereen leken Daniel en zijn vrouw Elena het perfecte stel – stijlvol, succesvol en onafscheidelijk. Maar achter gesloten deuren kende Elena de waarheid. Daniels charme hield op zodra ze alleen waren. Hij controleerde al haar beslissingen, spotte met haar ideeën en beschouwde haar vriendelijkheid als zwakte.
Toch glimlachte Elena de hele tijd. Vanavond droeg ze de eenvoudige blauwe jurk die Daniel voor haar had uitgekozen, hoewel ze liever iets anders had. Ze lachte om zijn grappen, schonk wijn in en speelde de perfecte gastvrouw – totdat Daniels ego er een te veel vernedering eiste.
Tijdens het diner, terwijl er gelach door de zaal galmde, maakte Elena een luchtig grapje: « Ik ben nog steeds verbaasd dat je überhaupt kookte, Daniel. Ik dacht dat je alleen maar restaurantvoedsel opwarmde. »
De gasten barstten in lachen uit. Maar Daniel niet. Hij klemde zijn kaken op elkaar. De glimlach bevroor op zijn gezicht.
Zonder waarschuwing sloeg hij haar in het gezicht.
Het geluid galmde door de eetkamer. De glazen bevroren in de lucht. Stilte daalde neer in de kamer.
Elena’s hoofd draaide om door de kracht van de klap, haar wang werd onmiddellijk rood. Even bewoog niemand. Daniels vrienden – mannen die vaak om zijn grove grappen lachten – keken verbijsterd.
Daniel stond daar, met opgeheven borst, zijn stem trillend van woede. « Breng me nooit meer in verlegenheid, » siste hij.
Elena huilde niet. Ze keek hem alleen maar aan met een kalme, beheerste blik en legde toen haar servet op tafel. « Het spijt me, » zei ze zachtjes en verliet de kamer
.