Hij knikte en gebaarde naar een sommelier, die snel op me afkwam met een fles die ik herkende – een zeldzame vintage Chateau Lafite Rothschild. Hij schonk een glas in en zette het voor me neer.
Ik ging zitten, alleen, aan de grote tafel die bedoeld was voor een gezin dat ik niet meer had en ook niet meer wilde. De enorme, lege ruimte om me heen voelde vreemd vredig aan. Ik hief het glas, de dieprode vloeistof ving het licht. Ik keek uit over de glinsterende skyline van de stad, het imperium dat ik had opgebouwd.
« Aan mijn familie, » mompelde ik, de woorden een complexe mix van ironie, verdriet en bevrijding. De tafel was leeg, maar voor het eerst in jaren voelde ik me volledig in controle over mijn eigen ruimte, mijn eigen leven, mijn eigen definitie van erbij horen. De rekening was betaald.