En toen herinnerde ik me de merrie. Haar vreemde gedrag, haar wanhopige pogingen om mijn aandacht te trekken… Ze had aangevoeld wat zelfs de artsen niet zagen.
Na dagen vol angst, onderzoeken en behandelingen slaagden we erin het leven van onze baby te redden. Toen ik thuiskwam, was het eerste wat ik deed naar haar gaan, mijn trouwe merrie.
Ze stond daar rustig, met het hoofd gebogen, alsof ze op me wachtte. Ik sloeg mijn armen om haar hals en drukte mijn wang tegen haar warme vacht:
— “Dank je, mijn meisje. Jij hebt mijn zoon gered.”
De merrie hinnikte zacht en legde opnieuw haar oor tegen mijn buik, maar dit keer zacht en liefdevol, alsof ze wist: het ergste was voorbij.