De bruidegom stond sprakeloos, niet wetend of hij moest lachen of huilen. De gasten begonnen te fluisteren, en de priester keek verward om zich heen, niet wetend wat hij moest doen.
Op dat moment ging de deur open ā en in de deuropening verscheen de echte bruid, met een verbonden arm en tranen op haar gezicht.
ā Sorry⦠ik ben te laat⦠ā zei ze.
De kerk vulde zich met gefluister en uitroepen. De bruidegom bleef lange tijd stil, liep toen naar haar toe, nam de ring van de vervangster af en zei met een glimlach:
ā Nu is alles weer op zijn plaats.