De confrontatie
De volgende ochtend, zonder slaap en met gezwollen ogen, belde ik haar. “Mama, kunnen we koffie drinken? Oma heeft iets voor je achtergelaten. Ze zei dat ik het je moest geven als de tijd rijp is.”
Haar stem klaarde onmiddellijk op. “Natuurlijk, lieverd! Je bent zo’n attente dochter.”
Die middag kwam ze het café binnen in haar rode blouse, haar ogen gingen meteen naar mijn tas. Ze pakte mijn hand en glimlachte breed.
“Schat, je ziet er uitgeput uit. Dit was zo moeilijk voor je. Jij en je grootmoeder, jullie waren zo close.”
Ik knikte en schoof een ingepakt pakketje naar haar over de tafel. Ze opende het haastig – alleen om een paar lege pagina’s te vinden en twee brieven bovenop.
Eén was van oma: “Ik weet wat je hebt gedaan.” De andere was van mij.
Mijn brief
Haar vingers trilden terwijl ze het las:
“Mama, ik heb de rest van de brieven. Als je ooit probeert mij onder druk te zetten of iets te nemen van wat oma mij heeft nagelaten, zal de waarheid aan het licht komen. Alles.
— Emerald.”
De kleur verdween uit haar gezicht. “Emerald, lieverd, ik—”
Ik stond op voordat ze haar zin kon afmaken. Mijn stem was nu vast. “Ik hou van je, mama. Maar liefde betekent niet dat ik me laat gebruiken.
Je hebt mijn vertrouwen verloren.”
Ik liep weg en liet haar alleen achter aan de tafel, omringd door haar eigen stilte en de schaduw van oma’s waarheid.