
Daniel keek naar het nieuws toen Aaron werd gearresteerd voor seksueel misbruik van een kwetsbare volwassene. De opluchting die door het personeel ging, werd getemperd door verdriet. Emily was nog steeds bewusteloos en droeg een leven met zich mee dat door geweld was verwekt.
Daniel kon die nacht niet slapen. Hij ging naast haar bed zitten, het zachte gesis van de ventilator was het enige geluid. « Het spijt me, » fluisterde hij. « Ik had je moeten beschermen. »
Hij legde zijn hand op de hare. Voor het eerst in maanden voelde hij een lichte kneep.
Aanvankelijk deed hij het af als verbeelding, maar de monitor toonde een kleine piek in hersenactiviteit. Hij boog zich voorover en zijn hart bonsde. « Emily? Kun je me horen? »
Haar oogleden trilden, nauwelijks merkbaar. Het was geen volledig bewustzijn, maar het was iets. Een vonk van terugkeer.
Het ziekenhuispersoneel verzamelde zich voorzichtig hoopvol om haar heen. In de weken die volgden, verbeterden haar vitale functies. De baby werd sterker. Tegen alle medische voorspellingen in vocht Emily zich terug.
Drie maanden later filterde het lentezonlicht door de jaloezieën van lokaal 214. Emily’s ogen gingen voor het eerst helemaal open. Haar pupillen volgden de beweging van het licht en vervolgens de figuur die naast haar zat.
« Waar… ben ik? » fluisterde ze, met een schorre stem van maandenlange onbruikbaarheid.
Daniels glimlach was een mix van vreugde en verdriet. « Je bent in het St. Mary’s Ziekenhuis. Je hebt in coma gelegen. Je bent nu veilig. »
Haar wenkbrauwen fronsten toen fragmenten van herinneringen flikkerden – koplampen, piepende banden, toen duisternis. « Hoe lang? »
“Zes maanden,” zei Daniel zachtjes.
Tranen welden op in haar ogen. « En… mijn baby? »
Hij aarzelde even en knikte toen. « Je bent achtentwintig weken zwanger. De baby is gezond. »
De woorden bleven in de lucht hangen, zwaar en onbegrijpelijk. « Mijn… schat? » herhaalde ze, terwijl haar verwarring plaatsmaakte voor angst. « Dat is onmogelijk. »
Daniel stak zijn hand uit, zijn stem trilde. « Emily… er is iets gebeurd terwijl je bewusteloos was. Maar de verantwoordelijke is gepakt. »
Ze draaide haar hoofd weg, tranen rolden over haar bleke wangen. « Ik kan me hem niet eens herinneren. Ik heb niet eens de kans gehad om nee te zeggen. »
Er was geen manier om het te verzachten, geen woorden waren sterk genoeg om de breuk te helen. Het ziekenhuis regelde counseling, juridische bijstand en een privékamer voor haar verdere verzorging. De zaak haalde de landelijke krantenkoppen: ‘Comateuze vrouw bevalt in ziekenhuis in Seattle; personeelslid gearresteerd.’
Maar te midden van al het lawaai concentreerde Emily zich op overleven. Haar zwangerschap vorderde gestaag en met zevenendertig weken begonnen de weeën. De bevalling was lang maar veilig. Toen de eerste kreet van de baby de kamer vulde, huilde ze – niet van verdriet, maar van een vurige, beschermende liefde.