Repareren in plaats van vernielen
We zijn erin geslaagd om bemiddeling via de sociale diensten te regelen. Zijn financiële situatie stabiliseerde, er werd een afbetalingsplan opgesteld en mijn grootvader kreeg de controle over zijn leven en financiën terug. Bovenal kreeg hij zijn gevoel van veiligheid terug.
Maanden gingen voorbij. De winter maakte plaats voor de lente.
Mijn grootvader herstelde, veel beter dan de artsen hadden verwacht. Mijn ouders moesten de gevolgen van hun daden onder ogen zien. Er was geen spectaculaire wraak, maar een pijnlijke confrontatie met de realiteit.
Op een zondag zaten we samen aan tafel. Niet in ontkenning, niet in geveinsde harmonie, maar in een nieuwe, fragiele oprechtheid.
‘Het spijt me,’ zei mijn vader uiteindelijk. Het was niet perfect, maar het was wel waar.
Toen begreep ik dat rechtvaardigheid niet altijd draait om straf. Soms gaat het erom het kwaad in de kiem te smoren. Het gaat erom degenen te beschermen die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen.
Mijn grootvader vertelde me op een avond, toen het weer warm en stil in huis was: « Ik dacht dat ik wraak wilde nemen. Maar eigenlijk wilde ik gewoon opgemerkt worden. Me veilig voelen. »
Dit verhaal gaat over verwaarlozing, maar ook over verantwoordelijkheid en moeilijke keuzes. Soms betekent van iemand houden dat je ‘nee’ moet zeggen, grenzen moet stellen en de waarheid moet afdwingen.
En soms schuilt de grootste kracht niet in vernietiging.
Dit is het probleem.