Het leek even alsof automobilisten opgelucht adem konden halen. Maandenlang werd er gespeculeerd over het schrappen van de geplande accijnsverhoging, en zelfs in politiek Den Haag leek het dossier op pauze te staan. Maar nu blijkt dat tanken vanaf 1 januari 2026 tóch duurder wordt. De brandstofaccijnzen gaan omhoog, en het geld dat daarmee vrijkomt, wordt gebruikt om forse bezuinigingen op het openbaar vervoer te voorkomen.

Een nipte meerderheid in de Tweede Kamer heeft besloten dat een deel van het budget dat oorspronkelijk bedoeld was om automobilisten nog een jaar korting te geven, nu naar het OV gaat. Daarmee kiest de politiek opnieuw voor een ingewikkelde balans: wie moet wat betalen, en wie profiteert?
Hoewel veel Nederlanders worstelen met stijgende vaste lasten zoals energiebelasting, autoverzekering en zelfs hypotheekrente, komt deze maatregel voor velen op een slecht moment.
Een zeer verdeeld debat in Den Haag
De beslissing kwam er na stevige discussies. De ChristenUnie bracht het voorstel in om de kortingen op brandstofaccijnzen deels terug te draaien. Dat geld moest worden ingezet om te voorkomen dat het openbaar vervoer opnieuw fors moest snijden.
Die bezuinigingen waren al langere tijd omstreden. Vooral in minder dichtbevolkte regio’s zouden buslijnen verdwijnen, waardoor forenzen, studenten en ouderen geïsoleerd zouden raken.
Toch waren de reacties op het plan bijzonder fel. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop noemde het “een oerdomme bezuiniging” en wees erop dat juist nu veel mensen financieel vastlopen. Maar ook het aanpassen van de tijdelijke accijnsverlaging op brandstof blijft een impopulaire maatregel. Omdat bijna iedereen afhankelijk is van vervoer, raakt elke cent verhoging direct de portemonnee.
Het resultaat: een compromis waarbij een deel van de korting blijft bestaan, maar automobilisten toch méér gaan betalen.