Zodra de tumor is verwijderd, wordt het keratoacanthoom als genezen beschouwd, zolang de dermatoloog geen kernmateriaal achterlaat. Het is onwaarschijnlijk dat de neoplasma terugkomt. De procedure laat een litteken op de huid achter. Mocht de laesie bij een biopsie een plaveiselcelcarcinoom blijken te zijn, dan zal de dermatoloog aanvullende behandeling aanbevelen.
Naast curettage en cauterisatie kan het keratoacanthoom ook worden verwijderd met cryotherapie. Cryotherapie houdt in dat het keratoacanthoom wordt bevroren met vloeibare stikstof of koolzuurgas. Een wattenstaafje wordt in vloeibare stikstof gedompeld en op het aangetaste deel van de huid aangebracht. Deze behandeling is relatief veilig en betrouwbaar, en niet al te duur.
Een andere behandelingsoptie voor keratoacanthoom is radiotherapie. Röntgenstraling wordt gebruikt om onherstelbare schade aan te richten aan het DNA van de cellen in de tumor, zodat de neoplastische cellen worden gedood. Radiotherapie is niet geschikt voor alle huidtumoren, omdat verschillende cellen verschillen in hun gevoeligheid voor straling. Deze methode wordt aanbevolen voor plaveiselcelcarcinoom. Het wordt niet gebruikt voor de behandeling van keratoacanthoom. Andere opties voor deze tumor zijn podophylline, methotrexaat, topische 5-fluorouracilcrème en retinoïdtherapie.
