“Hoe heet je?”vroeg ze.
‘Ethan,’ mompelde hij. “Ik slaap soms bij de dienstpoort. Ik had het niet mogen zien… maar ik deed het wel. Hij had Gereedschap. Hij sneed onder je auto en vertrok. Ik zweer dat ik niet lieg.”
Op dat moment haastte de Heer Jensen, de oude chauffeur van de familie, zich naar hem toe. Isabella wendde zich scherp tot hem. “Controleer de remmen.”Familie vakantie pakketten
Jensen gleed onder het voertuig met een zaklamp. Een paar minuten later kroop hij weer naar buiten, zijn gezicht as. “Mevrouw, de jongen heeft gelijk. Er is met de remleidingen geknoeid. Als je weg was gegaan…”
Isabella ‘ s knieën knikten. Ethan ving haar blik, zijn ogen wijd, smeekte haar om hem te geloven.
Herinneringen haastten zich terug—de plotselinge druk van haar man voor een nieuwe levensverzekering, zijn late nachtelijke telefoontjes, de manier waarop hij haar vragen afwees.
Het past allemaal.
“Waarom?”Fluisterde Isabella. Maar diep van binnen wist ze het. Hebzucht. Macht. En een man die al lang niet meer van haar hield.
‘Haal hem hier weg,’ blafte Charles plotseling van achteren. Hij was uit het herenhuis gestapt, zijn gezicht verwrongen van woede. “Isabella, luister niet naar deze straatrat. Hij zit achter je geld aan.”
Maar Isabella zag het nu-zag de flikkering van angst in zijn ogen.
De waarheid was onmiskenbaar.
De sirenes van de politie klaagden uren later toen Charles Whitmore in handboeien werd weggeleid, beschuldigd van poging tot moord en verzekeringsfraude. Zijn rijk stortte in, investeerders trokken zich terug, vrienden keerden hun rug toe.
Isabella zat met Ethan in de salon. Hij verschoof nerveus in de pluche fauteuil, duidelijk niet op zijn plaats.
‘Je hebt mijn leven gered,’ zei ze zachtjes. ‘Als jij er niet was geweest, was ik …’ brak haar stem.
Ethan liet zijn ogen zakken. “Ik kon het gewoon niet laten gebeuren. Mijn moeder stierf in een auto-ongeluk jaren geleden. Niemand geloofde me toen ik zei dat haar vriend met de remmen knoeide. Ik kon deze keer niet stil blijven.”