
De appel, een klassieker in de keuken, is veel meer dan een alledaagse vrucht. De combinatie van pectine (oplosbare vezels) en polyfenolen maakt het een bondgenoot voor het reinigen van de lever en het reguleren van metabole markers.
Wetenschappelijk bewijs
Uit een proef in het European Journal of Nutrition (2025) bleek dat het dagelijks eten van een middelgrote appel (180 g) gedurende 12 weken het levervet met 10% en de triglyceriden met 15% verminderde bij mensen met overgewicht. Pectine houdt vet en cholesterol vast in de darm, waardoor hun opname wordt voorkomen, terwijl polyfenolen, zoals quercetine, levercellen beschermen tegen oxidatieve schade. Appels stabiliseren ook glucose door de vertering van koolhydraten te vertragen, volgens het American Journal of Clinical Nutrition (2024).
Meer dan alleen een snack
Naast hun impact op de lever, bevorderen appels verzadiging en helpen ze bij gewichtsbeheersing, een sleutelfactor bij NAFLD. Hun lage glycemische index maakt ze ideaal voor diabetici, en hun effect op HDL (« goede ») cholesterol ondersteunt de gezondheid van het hart.
Ideeën voor eten
Eet een hele appel (met de schil, waar de polyfenolen zitten) als tussendoortje of dessert in de ochtend. Bak ze met kaneel voor een gezonde traktatie, of rasp ze in salades met wortelen en walnoten. Streef naar 1-2 appels per dag, bij voorkeur variëteiten zoals Granny Smith of Fuji, die rijk zijn aan vezels. Vermijd suikerhoudende compotes die voedingsstoffen verliezen.