Op mijn zestiende verjaardag zette mijn vader me het huis uit – en alles veranderde.
Op mijn zestiende verjaardag, in de stromende regen in Columbus, Ohio, gaf mijn vader me een vuilniszak vol met mijn spullen en zei dat ik moest vertrekken.
Geen discussie. Geen tweede kans. De deur sloot achter me.
Wekenlang heb ik overleefd zoals ik kon: op parkbanken, in overvolle opvangcentra, in restaurantafval bij zonsopgang. Ik besefte al snel dat niemand me zou komen redden.
Toen stopte er een zwarte SUV vlakbij me.
Een man kwam de trap af, noemde me bij naam en legde uit dat een onbekende oudtante net was overleden. Ze had me 52 miljoen dollar nagelaten – onder één ononderhandelbare voorwaarde.
Als ik het aanbod accepteerde, moest ik persoonlijk minstens 80 dakloze kinderen binnen vijf jaar helpen aan huisvesting, onderwijs en echte stabiliteit .
Als ik het aanbod niet aankon of weigerde, zou al het geld naar een publiek fonds gaan.
Ik accepteerde zonder aarzeling.
Overleven tot een missie maken
Vanaf die dag veranderde mijn leven, maar niet op een sprookjesachtige manier.