Ze draaide zich om, haar gezicht een masker van koude, ingehouden woede, naar haar zoon en zijn vrouw.
‘Brenda,’ zei ze met een dodelijke stem, elk woord een perfect gerichte stiletto. ‘Je hebt deze jonge vrouw niet zomaar beledigd. Je hebt op haar erfgoed gespuugd. Je hebt een stukje Russische keizerlijke geschiedenis, een geschenk van een tsaar, als een stuk vuilnis op de grond gegooid. Je hebt een niveau van vulgariteit en onwetendheid in dit huis gebracht dat ik adembenemend vind. Je hebt de naam Sterling in de afgelopen vijf minuten meer te schande gemaakt dan duizend slechte zaken ooit zouden kunnen.’
Ze richtte haar ijzige blik vervolgens op Alex, haar kleinzoon, die eruitzag alsof hij elk moment lichamelijk ziek kon worden. « En jij, » zei ze, haar stem droop van een teleurstelling die veel erger was dan welke woede dan ook. « Je stond erbij en liet toe dat een vrouw van dit kaliber, je toekomstige vrouw, publiekelijk werd vernederd. Jij, die Sterling-bloed in je aderen zou moeten hebben, hebt de wereld laten zien dat je geen eer hebt. Je bent een lafaard. Je bent niet geschikt om deze familie te leiden, laat staan een bedrijf. »
Ze draaide zich naar me om, haar uitdrukking verzachtte, een glimp van iets dat leek op een strategische alliantie, op verwantschap, in haar oude ogen. « Anastasia, » zei ze, de naam voelde vreemd, krachtig en juist in deze kamer. « Als jij, na deze… groteske… en eerlijk gezegd, zielige vertoning, nog steeds in dit dwaze, impulsieve gezin wilt trouwen, dan geloof ik… dat we heel wat zaken te bespreken hebben. »
Ze stak haar arm naar mij uit, niet naar Alex. Het was een gebaar van solidariteit, een machtsoverdracht. « Laten we hen maar met hun schaamte laten zitten. Jij en ik hebben veel te bespreken over de toekomst van het bestuur van de familie Sterling. Een vrouw van jouw afkomst begrijpt het belang van een sterke dynastie. Het lijkt erop dat ik eindelijk een waardige opvolger heb gevonden. »