Ik deed een stap achteruit, maar de deur kraakte zachtjes.
Op dat moment keek Adrian abrupt op. Zijn blik ontmoette de mijne door de lichtspleet.
Ik zag paniek, schuldgevoel en ook woede in hen. Elena draaide zich ook om, bleek als was, en trok snel haar hand uit de zijne.
“Clara…” mompelde Adrian met een verstikte stem.
Ik rende terug naar onze kamer, terwijl er tranen over mijn wangen rolden.
Ik wilde wakker worden en ontdekken dat het allemaal een nachtmerrie was. Maar dat was het niet. Ik hoorde zijn voetstappen in de gang, gehaast en zwaar.
« Clara, laat me het uitleggen! » klonk zijn stem door de deur. « Het is niet wat je denkt! »
Maar hoe kon het ook anders? Het beeld was te helder, de gebaren te voor de hand liggend.
De hele nacht heb ik roerloos op de rand van het bed gezeten, mijn ziel was gebroken.
Toen het eerste ochtendlicht door het raam naar binnen scheen, besefte ik dat ik niet langer dezelfde vrouw was die een paar uur geleden nog haar trouwjurk droeg.
Iets in mij was voorgoed gestorven.
De volgende dag, voordat de gasten terugkwamen voor het banket, pakte ik in stilte een aantal spullen en verliet het huis.
Adrian stond bij de deur op me te wachten. Zijn ogen waren rood van het slaapgebrek, maar hij kon geen enkel woord uitbrengen.
Sommigen zouden zeggen dat ik ben weggelopen. Ik denk liever dat ik mijn ziel heb gered. Want wat ik die nacht zag, zal ik nooit vergeten.
En nog steeds blijft de vraag bij mij hangen: sinds wanneer is dit allemaal gebeurd, zelfs vóór de bruiloft?
En was ik vooral een puzzelstukje in een ziek spel dat ik nooit heb begrepen?