Sophie paste de riem van haar ronde strozak aan, haar hand rustte instinctief op haar opgezwollen buik. Toen ze acht maanden zwanger was, was elke stap zwaar, maar ze had zichzelf beloofd dat ze de laatste paar essentiële dingen zou ophalen voor de komst van de baby—kleine sokken, zachte dekens, flessen.
De openluchtmarkt bruiste van het leven: verkopers die riepen, kinderen die lachten, lichtstralen die boven het geplaveide pad zwaaiden. Sophie bewoog langzaam, voorzichtig met haar evenwicht, voelde zich zowel uitgeput als stilletjes trots. Ze had dit moment jarenlang in haar hoofd opgebouwd—de vreugde om moeder te worden, de verwachting om haar kind te verwelkomen met haar man, Daniel, aan haar zijde.
Maar toen zag ze hem.
In het begin dacht ze dat haar geest een spelletje speelde. Daniel, Lang en zelfverzekerd, hand in hand met een vrouw die haar niet was. Hun vingers waren strak gesneden, hun glimlach gemakkelijk, intiem. De vrouw leunde dichtbij en fluisterde iets dat hem aan het lachen maakte—een lach Die Sophie in weken niet had gehoord.
Haar hart sloeg tegen haar ribben. De wereld wazig. Het enige wat ze kon zien was Daniels hand, dezelfde hand die ooit Beschermend op haar buik rustte, nu om die van iemand anders gewikkeld.
Ze bevroor, haar voeten geworteld in de kasseien. Ze hadden haar niet gezien—te verdwaald in hun bubbel. Sophie ‘ s keel sloot zich, haar maag karnde. Duizend vragen sprongen in haar hoofd. Hoe lang? Wie is ze? Waarom nu, als ik hem het meest nodig heb?
Tranen dreigden, maar Sophie knipperde ze weg. Huilen in het midden van de markt zou haar niets geven. In plaats daarvan trilde haar hand toen ze haar telefoon uittrok.
Haar zicht werd wazig toen ze een enkel bericht typte, elk woord sneed als glas:
“Ik zag je net. Op de markt. Met haar. Daniel … Hoe kon je?”
Ze sloeg op send voordat angst haar kon stoppen.
Aan de andere kant van de kraampjes keek ze toe hoe Daniels telefoon in zijn zak zoemde. Hij trok het terloops uit, glimlachend-totdat zijn ogen het scherm scanden. Zijn gezicht werd bleek, zijn lach stierf, zijn stappen wankelden.
De vrouw naast hem zag de plotselinge verandering. “Wat is het?”vroeg ze zachtjes.
Daniel gaf geen antwoord. Zijn ogen sprongen door de menigte, wanhopig, zoekend.
En toen, eindelijk, ontmoetten ze Sophie ‘ s.
Haar gezicht was bleek, haar lippen gedrukt van pijn, een hand die haar buik vasthield alsof ze hun ongeboren kind beschermde. Ze zei geen woord, kwam niet dichterbij. Ze stond daar alleen, haar stilte luider dan elke schreeuw.
En op dat moment brak Daniels wereld.
Het lawaai van de markt leek te vervagen. Sophie draaide zich om en liep langzaam weg, haar rug recht ondanks de storm in haar. Elke stap was opzettelijk, afgemeten-hoewel haar benen onder haar lange grijze jurk schudde.
“Wacht-Sophie! Daniel ‘ s stem klonk achter haar.
De meesteres, verward, trok aan zijn mouw. “Wie is ze?”