De veertienjarige Emily Harper staat op de veranda. Haar koffer trilt, de tranen stromen over haar wangen. De lucht in Cedar Springs, Kentucky, was fris eind september en rook naar regen en gebroken beloftes. Achter haar, door de houten deur, galmt de stem van haar moeder als een definitief oordeel.
« Je hebt dit huis te schande gemaakt, Emily. Kom niet terug. »
Het was een nummer dat ze niet aankon, maar de stem aan de andere kant deed haar de stuipen op het lijf jagen.
« Emily, » zei haar broer Daniel schor. « Je moet naar huis komen. Mam is niet lekker. »
Even stokte haar adem in haar keel. Het thuis dat haar had verstoten, riep haar terug – niet uit vergeving, maar uit wanhoop. Emily keek naar haar inmiddels veertienjarige dochter met dezelfde groene ogen die ze ooit in de spiegel had gezien.
Aanbevolen door