Toen ik 36 werd, fluisterden de buren vaak: « Op deze leeftijd is hij nog steeds single? Hij blijft voor altijd single! » Eerlijk gezegd had ik al een paar vrouwen gedatet, maar het lot liet ons nooit toe om ons leven te leiden. Dag in dag uit bracht ik mijn tijd door met het verzorgen van mijn kleine tuin, het grootbrengen van kippen en eenden, en het leiden van een eenvoudig, rustig leven.
Op een late wintermiddag, terwijl ik op de markt was, zag ik een magere vrouw in gescheurde kleren langs de kant van de weg zitten, haar hand uitgestoken naar eten. Het was niet haar ellendige uiterlijk dat mijn aandacht trok, maar haar ogen – helder, teder, maar gevuld met een diepe droefheid. Ik liep naar haar toe en bood haar koekjes en een fles water aan. Ze mompelde een zacht « dankjewel » en boog haar hoofd.
Ter illustratie
. Vreemd genoeg kon ik haar beeld die avond niet uit mijn hoofd krijgen. Een paar dagen later zag ik haar weer op een andere hoek van de markt, nog steeds even zielig. Ik ging naast haar zitten en knoopte een gesprek aan. Ze heette Hạnh. Ze had geen familie of onderdak en had jarenlang als bedelaar geleefd.
Er veranderde iets in me. Ik keek haar in de ogen en flapte er plotseling woorden uit die zelfs ik roekeloos vond:
« Als je wilt, word dan mijn vrouw. Ik ben niet rijk, maar ik kan je wel eten en onderdak geven. »
Hạnhs ogen werden groot van ongeloof. De markt gonsde van het gefluister – mensen dachten dat ik gek was. Maar na een paar dagen knikte ze. Ik bracht haar naar huis, te midden van de verbijsterde blikken van de buren.
Onze bruiloft was eenvoudig, met slechts een paar tafels eten. Het dorpsgerucht ging: « Khải is met een bedelaar getrouwd; daar komt niets goeds van. » Ik negeerde ze – het enige wat me interesseerde was gemoedsrust.
Het leven daarna was niet makkelijk. Hạnh had moeite met koken, omdat ze niet gewend was aan werk op de boerderij. Ze was echter hardwerkend en leergierig. Geleidelijk vulde ons ooit zo stille huis zich met gelach en de geur van warme maaltijden. Een jaar later verwelkomden we onze eerste zoon. Twee jaar later werd onze dochter geboren. Elke keer dat ik « Papa, mama » hoorde roepen, wist ik dat mijn beslissing de beste van mijn leven was geweest.